Vertalingen bezigen NL>DE
bezigen (ww.) | anwenden (ww.) ; benutzen (ww.) ; einsetzen (ww.) ; gebrauchen (ww.) ; handhaben (ww.) ; hantieren (ww.) ; verwenden (ww.) |
bezigen (werkw.) | anwenden ; gebrauchen ; verwenden |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `bezigen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanwendenNL: gebruik maken vanNL: gebruikenNL: hanterenNL: toepassen