Vertaal
Naar andere talen: • utiliseren > ENutiliseren > ESutiliseren > FR
Vertalingen utiliseren NL>DE
utiliseren (ww.) anwenden (ww.) ; benutzen (ww.) ; gebrauchen (ww.) ; handhaben (ww.) ; verwenden (ww.)
utiliseren nutzen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `utiliseren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanwenden
NL: benutten
NL: gebruik maken van
NL: gebruiken