Vertalingen aanval NL>DE
de aanval
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈanvɑl] |
Verbuigingen: | aanvallen (meerv.) |
1) (gewelddadige) vijandelijke actie -
Überfall (der ~), Angriff (der ~), Anfall (der ~) de aanval op een stad door de vijand - ein feindlicher Angriff auf eine Stadt |
in de aanval gaan (=beginnen aan te vallen; vooruit gaan) - zum Angriff übergehen
Drie wielrenners van die ploeg gingen in de aanval. - Drei Radrennfahrer aus dieser Mannschaft gingen zum Angriff über.
|
De aanval is de beste verdediging. (=zelf initiatief nemen is beter dan afwachten) - Angriff ist die beste Verteidigung.
|
2) korte en hevige opkomst (van iets) -
Anfall (der ~) een aanval van hooikoorts - ein Heuschnupfenanfall een woedeaanval - ein Wutanfall |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de aanval (m) | der Angriff ; der Ansturm ; die Anwandlung ; die Attacke ; die Bestürmung ; die Erstürmung ; der Sturmangriff ; der Sturmlauf |
de aanval | der Anfall |
aanval | Anfall ; Schlaganfall |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `aanval`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: attaqueNL: bestormingNL: bevliegingNL: chargeNL: insultNL: offensiefNL: opwellingNL: randNL: runNL: stormaanvalUitdrukkingen en gezegdes
NL: aanval van koorts, woede
DE: Anfall von Fieber, Wut, ein Fieberanfall, WutanfallNL: aanval van duizeligheid, zwaarmoedigheid
DE: Anfall von Schwindel, SchwermutNL: aanval van pijn
DE: Schmerzensanfall