Vertaal
Naar andere talen: • aanhangen > ENaanhangen > ESaanhangen > FR
Vertalingen aanhangen NL>DE
aanhangen (ww.) ankuppeln (ww.)
het aanhangendas Anhängen
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `aanhangen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aankoppelen
NL: belijden
NL: vastkoppelen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand aanhangen DE: (tot zijn partij behoren) einem anhängen, (genegen zijn) an einem hängen