Vertalingen aanhangen NL>ES
aanhangen (znw.) | el partidario de (m) ; el seguidor de (m) |
aanhangen (ww.) | enganchar (ww.) |
aanhangen | acoplar |
Bronnen: interglot; cibg.be
Voorbeeldzinnen met `aanhangen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aankoppelenNL: belijdenNL: vastkoppelen