Vertalingen huren NL>DE
huren
werkw.
Uitspraak: | [ˈhyrə(n)] |
Verbuigingen: | huurde (verl.tijd ) heeft gehuurd (volt.deelw.) |
geld betalen om iets te gebruiken -
mieten een huis huren - ein Haus mieten een auto huren - ein Auto mieten |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
huren (ww.) | einmieten (ww.) ; mieten (ww.) ; pachten (ww.) |
huren (werkw.) | mieten |
het huren | das Anheuern ; das Anstellen |
huren | leihen ; Miete |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `huren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: charterenNL: dingenNL: engagerenNL: in dienst nemenNL: inhurenNL: leasenUitdrukkingen en gezegdes
NL: gehuurd (wonen)
DE: zur Miete