Vertalingen vertrek NL>DE
het vertrek
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [vər'trɛk] |
| Verbuigingen: | vertrekken () |
1) keer dat je vertrekt -
Abfahrt (die ~), Abgang (der ~), Weggehen (das ~), Aufbrechen (das ~) | Verbuigingen: | g.mv. (meerv.) |
vertrekhal - Abreisehalle
klaar voor vertrek - bereit zum Aufbruch/zur Abreise |
2) kamer -
Zimmer (der ~), Raum (der ~) | ruime vertrekken - große Zimmer |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het vertrek | die Abfahrt ; die Abreise ; die Halle ; der Kammer ; die Lokalität ; der Platz ; der Raum ; die Räumlichkeit ; der Saal ; der Wegzug ; das Zimmer |
| vertrek | Abflug ; Ausfahrt |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `vertrek`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afreisNL: afritNL: aftochtNL: kamerNL: lokaalNL: lokaliteitNL: ruimteNL: ruimte in een gebouwNL: scheidingNL: start
