Vertalingen afrit NL>DE
de afrit
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈɑfrɪt] |
| Verbuigingen: | afritten (meerv.) |
weg waarmee je van een hoofdweg af gaat -
Abfahrt (die ~) | bij de volgende afrit afslaan - bei der folgenden Abfahrt abbiegen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de afrit (m) | die Abfahrt ; die Ausfahrt |
| afrit | Abfahrt ; Anschlussrampe ; Auffahrt ; Ausfahrt ; Autobahnzubringer ; Zufahrtsrampe |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `afrit`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afslagNL: vertrek