Vertalingen vermeerderen NL>DE
vermeerderen (ww.) | ausweiten (ww.) ; zunehmen (ww.) ; vermehren (ww.) ; vergrößern (ww.) ; verbreiten (ww.) ; steigern (ww.) ; expandieren (ww.) ; erweitern (ww.) ; erhöhen (ww.) ; ergänzen (ww.) ; ausdehnen (ww.) ; ausbreiten (ww.) ; ausbauen (ww.) ; aufstocken (ww.) ; aufstauen (ww.) ; aufhäufen (ww.) ; aufhäufeln (ww.) ; ansteigen (ww.) ; anschwellen (ww.) |
vermeerderen | verbessern |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `vermeerderen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aangroeienNL: aanwassenNL: aanwinnenNL: aanzwellenNL: de hoogte ingaanNL: expanderenNL: gedijenNL: groeienNL: groter wordenNL: omhooggaanUitdrukkingen en gezegdes
NL: (z.)
vermeerderen
DE: (v.dieren etc.) sich vermehren DE: (toenemen) zunehmen, wachsen DE: (hoger worden) sich steigernNL: (het gezin) is vermeerderd
DE: hat Zuwachs bekommen