Vertalingen trakteren NL>DE
trakteren
werkw.
Uitspraak: | [trɑkˈterə(n)] |
Verbuigingen: | trakteerde (verl.tijd ) heeft getrakteerd (volt.deelw.) |
iets lekkers uitdelen bijvoorbeeld ter gelegenheid van een bepaalde gebeurtenis -
(Essen) ausgeben , (zum Essen) einladen Als ik slaag trakteer ik iedereen op appeltaart - Wenn ich bestehe, lade ich jeden zu Apfelkuchen ein. |
Ik trakteer! (=ik betaal deze consumpties) - ich geb (einen) aus/ich spendiere/ich zahle
|
iemand op een pak slaag trakteren (=iemand slaan) - jemanden verprügeln
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
trakteren (ww.) | austeilen (ww.) ; distribuieren (ww.) ; einen ausgeben (ww.) ; verteilen (ww.) |
trakteren | spendieren |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `trakteren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanbiedenNL: fuivenNL: onthalenNL: uitdelenNL: vergastenNL: vrijhouden