Vertalingen trakteren NL>FR
trakteren
werkw.
| Uitspraak: | [trɑkˈterə(n)] |
| Verbuigingen: | trakteerde (verl.tijd ) heeft getrakteerd (volt.deelw.) |
iets lekkers uitdelen bijvoorbeeld ter gelegenheid van een bepaalde gebeurtenis -
offrir des friandises | Als ik slaag trakteer ik iedereen op appeltaart - Si je réussis, j'offrirai à tous de la tarte aux pommes. |
 Ik trakteer!
(=ik betaal deze consumpties) - C'est ma tournée!
|
| iemand op een pak slaag trakteren
(=iemand slaan) - corriger quelqu'un
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| trakteren (ww.) | inviter (ww.) ; offrir (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `trakteren`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanbiedenNL: fuivenNL: onthalenNL: uitdelenNL: vergastenNL: vrijhouden
