trakteren

Vertalingen trakteren NL>ES

werkw.

Uitspraak:	[trɑkˈter ə(n)]
Verbuigingen:	trakteerde (verl.tijd ) heeft getrakteerd (volt.deelw.)

iets lekkers uitdelen bijvoorbeeld ter gelegenheid van een bepaalde gebeurtenis - invitar , convidar

Als ik slaag trakteer ik iedereen op appeltaart - Si apruebo, convidaré a todo el mundo a pastel de manzana
Ik trakteer! (=ik betaal deze consumpties) - ¡Yo invito!
iemand op een pak slaag trakteren (=iemand slaan) - dar una paliza a alguien

Overige bronnen

trakteren (ww.)

convidar (ww.) ; invitar (ww.) ; repartir (ww.)

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `trakteren`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: aanbieden
NL: fuiven
NL: onthalen
NL: uitdelen
NL: vergasten
NL: vrijhouden

Zojuist vertaald