Vertaal
Naar andere talen: • stokken > ENstokken > ESstokken > FR
Vertalingen stokken NL>DE
stokken (ww.) aussetzen (ww.) ; festfahren (ww.) ; hapern (ww.) ; stagnieren (ww.) ; stocken (ww.)
het stokkender Wanderstäbe ; der Wanderstöcke
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `stokken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: blijven steken
NL: haperen
NL: hokken
NL: stoten
NL: vastlopen
NL: wandelstokken