Vertalingen hokken NL>DE
hokken
werkw.
| Uitspraak: | [ˈhɔkə(n)] |
| Verbuigingen: | hokte (verl.tijd ) heeft gehokt (volt.deelw.) |
ongetrouwd samenwonen als je nog niet zo lang een relatie hebt -
zusammenwohnen © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de hokken | der Schuppen ; die Ställe ; die Verschläge |
| hokken | Heu in Diemen setzen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `hokken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: haperenNL: samenwonenUitdrukkingen en gezegdes
NL: bij elkaar
hokken
DE: zusammenhocken, zusammensitzen, (anders) in wilder Ehe leben