Vertalingen stappen NL>DE
stappen
werkw.
Uitspraak: | [ˈstɑpə(n)] |
Verbuigingen: | stapte (verl.tijd ) heeft, is gestapt (volt.deelw.) |
1) stappen (1) doen -
schreiten , steigen Hij is op de fiets gestapt. - Er ist auf das Fahrrad gestiegen. in de bus stappen - in den Bus steigen |
2) uitgaan, vooral naar kroegen, discotheken e.d. -
ausgehen in het weekend met je vriendinnen gaan stappen - am Wochenende mit den Freundinnen ausgehen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
stappen (ww.) | ludern (ww.) ; wandern (ww.) ; treten (ww.) ; steigen (ww.) ; stapfen (ww.) ; spazierengehen (ww.) ; spazieren gehen (ww.) ; spazieren (ww.) ; sich fortbewegen (ww.) ; schreiten (ww.) ; laufen (ww.) ; gehen (ww.) ; bummeln (ww.) ; ausgehen (ww.) |
stappen (werkw.) | schreiten ; bummeln ; ausgehen |
het stappen | der Schritte ; der Tritte |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `stappen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: benenNL: boemelenNL: de hort op gaanNL: gaanNL: lopenNL: passenNL: schredenNL: schrijdenNL: tredenNL: uitgaanUitdrukkingen en gezegdes
NL: zacht
stappen
DE: (met niet veel lawaai) leise auftretenNL: in bed
stappen
DE: ins Bett steigenNL: in de plassen
stappen
DE: in die Pfützen tretenNL: op de tram, de ladder
stappen
DE: auf die Straßenbahn, die Leiter steigenNL: v.d. boot
stappen
DE: aus dem Boot steigenNL: van het paard
stappen
DE: vom Pferde steigen