Vertalingen rust NL>DE
rust
zelfst.naamw.
1) toestand zonder activiteit -
Ruhe (die ~), Stille (die ~) | In het klooster heerst een weldadige rust. - Im Kloster herrscht eine wohltuende Ruhe. |
 iemand met rust laten
(=iemand niet storen of lastigvallen) - jemanden in Ruhe lassen
|
| iets met rust laten
(=het niet aanraken) - etwas in Ruhe lassen
|
2) pauze tijdens een sportwedstrijd -
Halbzeit (die ~), Pause (die ~) | Bij de rust was het 2-0. - In der Halbzeit stand es 2:0. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| rust (m) | die Erholung |
| de rust | die Unerschütterlichkeit ; die Stille ; die Ruhepause ; die Ruhe ; die Pause ; die Halbzeit ; die Gemütsruhe ; die Gelassenheit ; die Friedlichkeit ; der Frieden ; der Friede ; die Erholungspause |
| rust | der Stützpunkt ; Arbeits-Ruhe-Zustand ; die Stille ; die Rüste ; die Ruhepause ; die Ruhe ; Rost ; RIF ; Rastbereich ; Rast ; die Pause ; Pause ; die Halbzeitpause ; die Halbzeit ; Erholung |
Bronnen: f; interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `rust`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gemoedsrustNL: gerustheidNL: kalmteNL: rustigheidNL: rustpauzeNL: rustpoosNL: rusttijdNL: sereniteitNL: tijdNL: verpozingUitdrukkingen en gezegdes
NL: (hier staat) een
rust
DE: ein Ruhezeichen, eine PauseNL: rust noch duur (hebben)
DE: weder Rast noch RuheNL: een lange
rust houden
DE: einen langen Rast halten, machenNL: de eeuwige
rust ingaan
DE: zur ewigen Ruhe eingehenNL: een weinig
rust nemen
DE: sich ein wenig Ruhe nehmenNL: rust nodig hebben
DE: der Ruhe bedürfenNL: in
ruste
DE: NL: (iemand) met
rust (laten)
DE: in Ruhe, in FriedenNL: z. ter
ruste begeven
DE: sich zur Ruhe begebenNL: tot
rust (brengen, komen)
DE: zur RuheNL: zonder
rust of duur
DE: ohne Rast und RuhNL: rust roest
DE: rast'ich so rost'ichNL: op de plaats
rust!
DE: rührt euch!
