Vertalingen rand NL>DE
de rand
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [rɑnt] |
Verbuigingen: | randen (meerv.) |
1) deel langs de buitenkant van een gebied of een ding -
Rand (der ~), Kante (die ~) stoeprand - Bürgersteigkante een stuk blik met scherpe randen - ein Stück Blech mit scharfen Kanten |
2) bovenkant van een bak of vat -
Rand (der ~), Oberkante (die ~) tot de rand gevuld met soep - bis zum Rand mit Suppe gefüllt |
op de rand staan van... (=binnenkort meemaken dat...) - am Rand des ... stehen
Het land staat op de rand van een burgeroorlog. - Das Land steht am Rande eines Bürgerkriegs.
|
3) munteenheid in Zuid-Afrika -
Rand (der ~) vijfhonderd rand omwisselen in euro's |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de rand (m) | die Umrandung ; der Beschlag ; die Borte ; das Gesims ; der Gipfel ; die Grenze ; die Kante ; die Krempe ; die Leiste ; der Rand ; das Register ; der Saum ; die Seite ; die Tabelle |
rand | der Stadtrand ; Warenschluss ; Warenrand ; Verankerungsplatte ; Kranzbruch ; Bordkante ; Borte ; Crista ; Flansch ; Fugenkante ; Grenzrain ; Gurtung ; die Kante ; Außenkappe ; Krempe ; Rand ; der Rand ; das Randgebiet ; Randkappe ; der Randzone ; Rändelung |
Bronnen: interglot; Antiquarian Dictionary; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.; cibg.be
Voorbeeldzinnen met `rand`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanvalNL: boordNL: boordselNL: grensNL: kaderNL: kantNL: lijstNL: omlijstingNL: omrandingNL: raam