Vertalingen naaien NL>DE
naaien
werkw.
| Uitspraak: | [ˈnajɛ(n)] |
| Verbuigingen: | naaide (verl.tijd ) heeft genaaid (volt.deelw.) |
1) met naald en draad vervaardigen of herstellen -
nähen | je eigen kleren naaien - seine eigenen Kleider nähen |
2) seks hebben -
vögeln 3) oneerlijk behandelen -
betrügen | Ik ben behoorlijk genaaid door mijn ex-compagnon. - Ich wurde von meinem Ex-Geschäftspartner ordentlich betrogen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| naaien (ww.) | ficken (ww.) ; vögeln (ww.) ; stoßen (ww.) ; stechen (ww.) ; rammeln (ww.) ; poppen (ww.) ; pimpern (ww.) ; nähen (ww.) ; nageln (ww.) ; knallen (ww.) ; durchsteppen (ww.) ; bügeln (ww.) ; bumsen (ww.) |
| naaien (werkw.) | vögeln ; nähen ; ficken ; bumsen ; anschmieren |
| naaien | nähen |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `naaien`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afhechtenNL: batsenNL: bedriegenNL: belazerenNL: bordurenNL: doorstikkenNL: nemenNL: neukenNL: stikkenNL: te grazen nemen