Vertalingen lelijk NL>DE
I lelijk
bijv.naamw.
1) als je iets niet fijn vindt om te zien of te horen -
hässlich zo lelijk als de nacht (=erg lelijk) - so hässlich wie die Nacht
|
2) ongunstig -
hässlich , gemein , schlecht lelijke dingen over iemand zeggen - hässliche Dinge über jemanden sagen De toestand ziet er voor ons lelijk uit. - Es sieht nicht gut für uns aus. |
II lelijk
bijwoord
heel erg -
hässlich , schlimm je lelijk gestoten hebben - sich schlimm gestoßen haben |
het lelijk te pakken hebben (=erg verkouden zijn) - es hat einen böse erwischt
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
lelijk | häßlich (bnw.) ; widerwärtig ; widerlich ; unschön ; unschön ; unerfreulich ; unappetitlich ; unangenehm ; schrecklich ; scheußlich ; abscheuerregend ; hässlich ; gräßlich ; grausig ; grauenerregend ; eklig ; ekelhaft ; ekelerregend ; abstoßend ; abscheulich |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `lelijk`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afschuwelijkNL: afstotelijk voor zintuigenNL: afstotendNL: afstotend voor zintuigenNL: akeligNL: behoorlijkNL: boosNL: flinkNL: gemeenNL: lelijk uitziendUitdrukkingen en gezegdes
NL: lelijke geschiedenis
DE: dumme GeschichteNL: lelijk geval
DE: schlimmer, bedenklicher FallNL: een
lelijk gezicht zetten
DE: eine saure Miene machenNL: lelijke kwaal
DE: böses, schlimmes ÜbelNL: lelijk weer
DE: schlechtes, böses, häßliches WetterNL: lelijk kijken
DE: böse, finster, sauer dreinsehenNL: lelijk ruiken
DE: übel riechenNL: (die hoed staat je)
lelijk
DE: schlechtNL: er
lelijk aan toe zijn
DE: übel dran seinNL: er
lelijk uitzien
DE: häßlich, (bedenkelijk) schlimm, bedenklich aussehenNL: (z.)
lelijk (vergissen)
DE: arg, schrecklich