Vertalingen verplegen NL>DE
verplegen
werkw.
Uitspraak: | [vərˈplexə(n)] |
Verbuigingen: | verpleegde (verl.tijd ) heeft verpleegd (volt.deelw.) |
(zieke mensen) verzorgen -
pflegen Zij heeft haar zieke vader de laatste maanden voor zijn dood verpleegd. - Sie hat ihren kranken Vater die letzten Monate vor seinem Tod gepflegt. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
verplegen (ww.) | pflegen (ww.) ; verpflegen (ww.) ; versorgen (ww.) |
verplegen (werkw.) | pflegen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `verplegen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: helpenNL: verzorgen