Vertalingen kunnen NL>DE
kunnen
werkw.
Uitspraak: | [ˈkʏnə(n)] |
Verbuigingen: | kon (verl.tijd ) heeft gekund (volt.deelw.) |
1) weten hoe je iets moet doen -
können kunnen voetballen - Fußballspielen können |
2) mogelijk zijn -
können , möglich sein , gehen Het kan gaan regenen. - Es kann zu regnen beginnen. Kan ik morgen komen? Ja, dat kan. - Kann ich morgen kommen? Ja, das geht. |
3) toegestaan zijn -
können Je kunt niet in je vuile kleren op bezoek gaan. - Du kannst nicht in deinen schmutzigen Kleidern zu Besuch gehen. |
4) deel van de uitdrukking: -
ervan op aan kunnen dat... (=er zeker van kunnen zijn dat...) - sich darauf verlassen können, dass ...
Kan ik ervan op aan dat je me komt helpen? - Kann ich mich darauf verlassen, dass du mir hilfst?
|
5) deel van de uitdrukking: -
niet kunnen tegen (=(iets) niet kunnen verdragen) - nicht vertragen können
Ik kan niet tegen die harde muziek. - Ich kann die laute Musik nicht vertragen.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
kunnen (ww.) | dürfen (ww.) ; im Stande sein (ww.) ; in der Lage sein (ww.) ; können (ww.) ; mögen (ww.) ; sollen (ww.) |
kunnen (werkw.) | können ; weg können |
het kunnen | die Fertigkeit |
Bronnen: interglot; Engoi Woordenschatoefeningen; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `kunnen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beheersenNL: bestaanNL: bij machte zijnNL: gaanNL: mogenNL: opgaanNL: vermogenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (dat) kan niet
DE: geht nicht, kann nicht sein, ist nicht möglichNL: het kan wel (zijn), (dat ik me vergis)
DE: es mag (kann) sein, es ist wohl möglichNL: het kan (= is misschien) enkele jaren geleden geweest zijn
DE: es mag (kann) einige Jahre her gewesen seinNL: dat kan wèl
DE: das geht dochNL: voor mijn part kan hij gaan
DE: meinetwegen mag (kann) er gehenNL: hij kan nog zo goed zijn, (op dit punt vertrouw ik hem niet)
DE: er mag noch so gut seinNL: hem kunt u gerust vertrouwen
DE: ihm dürfen Sie trauenNL: het zou wel anders
kunnen zijn, dan u zegt
DE: es könnte (es dürfte) wohl anders sein als Sie sagenNL: ergens niet tegen
kunnen
DE: etwas nicht vertragen, (geestelijk: uitstaan) ertragen könnenNL: ergens niet uit
kunnen
DE: etwas nicht begreifen, aus etwas nicht klug werden können