Vertaal
Naar andere talen: • flikkeren > ENflikkeren > ESflikkeren > FR
Vertalingen flikkeren NL>DE
flikkeren (ww.) glänzen (ww.) ; umkippen (ww.) ; umfallen (ww.) ; taumeln (ww.) ; stolpern (ww.) ; schimmern (ww.) ; scheinen (ww.) ; purzeln (ww.) ; leuchten (ww.) ; kippen (ww.) ; glitzern (ww.) ; funkeln (ww.) ; flimmern (ww.) ; flammen (ww.) ; flackern (ww.)
flikkeren Blinken ; schmeißen ; pfeffern ; Glint ; flacken
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `flikkeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: blikkeren
NL: donderen
NL: flakkeren
NL: fonkelen
NL: glanzen
NL: kelderen
NL: kiepen
NL: kieperen
NL: schijnen
NL: sprankelen