Vertalingen dingen NL>DE
dingen (ww.) | feilschen (ww.) ; handeln (ww.) ; unterhandeln (ww.) |
het dingen | das Besitztümer ; die Dinge ; die Dinger ; das Güter ; das Inventar ; die Sachen ; das Zeug |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `dingen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afdingenNL: ambiërenNL: boelNL: goedjeNL: handelenNL: hurenNL: pingelenNL: spullenNL: waarNL: zaakjesUitdrukkingen en gezegdes
NL: dingen naar
DE: sich bewerben umNL: naar de hand van een meisje
dingen
DE: um ein Mädchen anhalten