Vertalingen vogel NL>DE
de vogel
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | ['voxəl] |
Verbuigingen: | vogels (meerv.) |
dier met vleugels en een snavel, dat eieren legt dierkunde -
Vogel (der ~) watervogel - Wasservogel roofvogel - Raubvogel vogelbescherming - Vogelschutz |
Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. (=iedereen uit zich op zijn manier, afhankelijk van zijn aard en opvoeding <spreekwoord>) - Jeder nach seiner Art.
|
De vogel is gevlogen. (=<dit zeg je van iemand die niet is waar je hem of haar verwacht, bijvoorbeeld omdat hij of zij gevlucht is>) - Der Vogel ist ausgeflogen.
De politie kwam te laat: de vogel was gevlogen. - Die Polizei kam zu spät: Der Vogel war ausgeflogen.
|
een rare/vreemde vogel (=een rare man) - ein komischer Vogel
|
een vrije vogel (=iemand die doet waar hij of zij zin in heeft, niet van anderen afhankelijk is, geen verplichtingen heeft enz.) - ein freier Vogel sein
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de vogel (m) | der Jungvogel ; der Vogel ; das Vogelmännchen ; das Vogelweibchen ; das Vögelchen ; das Vögelein ; das Vöglein |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `vogel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gastNL: klantNL: knakkerUitdrukkingen en gezegdes
NL: slimme
vogel
DE: schlauer FuchsNL: beter één
vogel in de hand dan tien in de lucht
DE: besser ein Sperling in der Hand, als zehn auf dem Dache