Vertalingen bewegen NL>DE
bewegen
werkw.
Uitspraak: | [bəˈwexə(n)] |
Verbuigingen: | bewoog (verl.tijd ) heeft bewogen (volt.deelw.) |
veranderen van plaats, stand of houding -
fortbewegen , bewegen Zit stil en beweeg niet! - Sitz still und bewege dich nicht! de slinger heen en weer bewegen - das Pendel hin und her bewegen |
zich in de hoogste kringen bewegen (=omgaan met belangrijke mensen) - sich in den höchsten Kreisen bewegen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
bewegen (ww.) | bewegen (ww.) ; in Bewegung bringen (ww.) ; rühren (ww.) ; sich regen (ww.) ; wegbegeben (ww.) |
bewegen (werkw.) | bewegen |
bewegen | einen Vorschub erteilen ; zuschieben |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `bewegen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aangrijpenNL: aanzettenNL: beroerenNL: in beweging brengenNL: trillenNL: zich verplaatsenUitdrukkingen en gezegdes
NL: wat bewoog hem daartoe?
DE: was bewog, veranlaßte ihn dazu?NL: (de aarde) beweegt (om de zon)
DE: bewegt (das)NL: (geen blaadje) bewoog
DE: regte (das)NL: z. niet weten te
bewegen
DE: sich nicht zu benehmen wissenNL: hij beweegt z. op politiek gebied
DE: er betätigt sich politisch