behoren

werkw.

Uitspraak:	[bəhorə(n)]
Verbuigingen:	behoorde (verl.tijd ) heeft behoord (volt.deelw.)

moeten volgens de regels - gehören

weten hoe men zich in het verkeer behoort te gedragen - wissen, was sich im Verkehr gehört

© K Dictionaries Ltd.

behoren (ww.)	gehören (ww.) ; hingehören (ww.) ; sich gehören (ww.) ; zugehören (ww.)
behoren (werkw.)	gehören ; gehören zu

Bronnen: interglot; Wiktionary




NL: betamen
NL: deel uitmaken
NL: dienen
NL: horen
NL: moeten
NL: passen
NL: schikken
NL: toebehoren
NL: uitkomen
NL: voegen

NL: jullie behoren (je vriend te bezoeken) DE: es geziemt s., daß ihr...
NL: (een vader) behoort (voor zijn kinderen te zorgen) DE: soll
NL: naar behoren DE: wie sich's gehört