Vertaal
Naar andere talen: • coller > DEcoller > ENcoller > ES
Vertalingen coller FR>NL
[kɔle]

1 fixer avec de la colle, faire tenir - (vast)plakken

  'coller une affiche'
  een affiche aanplakken

  'coller un timbre'
  een postzegel opplakken


2 mettre, appliquer contre ··· - (aan)drukken

  'coller son oreille à la porte'
  zijn oor tegen de deur drukken


3 poser une question à laquelle on ne peut pas répondre - een strikvraag stellen

  'Je l'ai collé.'
  Ik heb hem met mijn vraag in het nauw gebracht.


4 donner une punition à un élève - laten nablijven

  'Le professeur d'histoire l'a collé deux heures.'
  De geschiedenisleraar heeft hem twee uur laten nablijven.
[kɔle]


1 tenir à ··· , être en contact avec ··· - plakken

  'La vignette ne colle plus.'
  Het vignet plakt niet meer.

  'La pâte colle aux doigts.'
  Deeg plakt aan je vingers.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
coller (ww.) plakken (ww.) ; iets vastkleven (ww.) ; inplakken (ww.) ; kitten (ww.) ; klampen (ww.) ; kleven (ww.) ; klitten (ww.) ; lijmen (ww.) ; opplakken (ww.) ; hechten (ww.) ; samenplakken (ww.) ; vastdrukken (ww.) ; vasthechten (ww.) ; vastkoeken (ww.) ; vastlijmen (ww.) ; vastmaken (ww.) ; vastplakken (ww.) ; vastzetten (ww.) ; ergens aan bevestigen (ww.) ; aan elkaar hangen (ww.) ; aan elkaar kleven (ww.) ; aan elkaar plakken (ww.) ; aanbakken (ww.) ; aanbranden (ww.) ; aandrukken (ww.) ; aaneen plakken (ww.) ; aaneenplakken (ww.) ; aankleven (ww.) ; aanlijmen (ww.) ; aanplakken (ww.) ; bevestigen (ww.)
coller klaren ; plakken ; lijmen ; kleven
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `coller`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: action de coller
FR: agglutiner
FR: aplatir
FR: appliquer
FR: assembler
FR: attacher
FR: cimenter
FR: encoller
FR: engluer
FR: fixer

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: coller son front aux vitres NL: zijn neus tegen de ruiten drukken
FR: coller quelqu'un. sur place NL: aan de grond nagelen
FR: avoir les yeux collés sur NL: strak kijken naar
FR: coller une beigne à  quelqu'un. NL: iemand een klap in het gezicht geven
FR: voiture qui colle au sol NL: vastliggende wagen
FR: ça colle! NL: afgesproken!