Vertaal
Naar andere talen: • engluer > DEengluer > ENengluer > ES
Vertalingen engluer FR>NL
engluer (ww.) aan elkaar hangen (ww.) ; aan elkaar kleven (ww.) ; aaneenplakken (ww.) ; aankleven (ww.) ; aanplakken (ww.) ; hechten (ww.) ; kleven (ww.) ; klitten (ww.) ; lijmen (ww.) ; opplakken (ww.) ; plakken (ww.) ; vasthechten (ww.) ; vastkleven (ww.) ; vastlijmen (ww.) ; vastplakken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `engluer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: encrasser
FR: enduire
FR: scotcher