Vertaal
Naar andere talen: • récolter > DErécolter > ENrécolter > ES
Vertalingen récolter FR>NL
[ʀekɔlte]

1 recueillir ce que produit une plante - oogsten

  'récolter des olives'
  olijven oogsten


2 obtenir, gagner - inzamelen

  'récolter de l'argent'
  geld inzamelen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
récolter (ww.) binnen brengen (ww.) ; binnen halen (ww.) ; binnenleiden (ww.) ; oogsten (ww.) ; oogsten van wijndruiven (ww.) ; plukken (ww.)
récolter opvragen ; verzamelen
Bronnen: interglot; Horecagids; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `récolter`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: arracher
FR: butiner
FR: couper
FR: cueillir
FR: faucher
FR: gagner
FR: glaner
FR: moissonner
FR: ramasser
FR: rentrer