Vertalingen arracher FR>NL
[aʀaʃe]1 enlever en tirant fort - (uit)trekken
'arracher les mauvaises herbes'
het onkruid wieden
'arracher une dent'
een tand uittrekken2 obtenir difficilement - lospeuteren
'arracher des aveux à un criminel'
een bekentenis bij een misdadiger afdwingen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
arracher (ww.) | trekken (ww.) ; ontlokken (ww.) ; ontrukken (ww.) ; onttrekken (ww.) ; plukken (ww.) ; rooien (ww.) ; rukken (ww.) ; slopen (ww.) ; snaaien (ww.) ; stelen (ww.) ; stuk scheuren (ww.) ; omwaaien (ww.) ; uit elkaar halen (ww.) ; uit elkaar rukken (ww.) ; uit elkaar trekken (ww.) ; uiteentrekken (ww.) ; uitrukken (ww.) ; uitscheuren (ww.) ; verscheuren (ww.) ; weggraaien (ww.) ; wegpikken (ww.) ; wegrukken (ww.) ; omverwaaien (ww.) ; aan flarden scheuren (ww.) ; afbreken (ww.) ; afklemmen (ww.) ; afknellen (ww.) ; afknijpen (ww.) ; afplukken (ww.) ; afrukken (ww.) ; afscheuren (ww.) ; breken (ww.) ; ergens uitscheuren (ww.) ; gappen (ww.) ; iem. afdwingen (ww.) ; losrukken (ww.) ; losscheuren (ww.) ; lostrekken (ww.) ; neerhalen (ww.) ; omblazen (ww.) ; omverhalen (ww.) ; omverrukken (ww.) |
arracher | breken ; scheuren |
Bronnen: interglot; A.M.T.S.
Voorbeeldzinnen met `arracher`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: commanderFR: déplanterFR: déracinerFR: détacherFR: déterrerFR: enleverFR: extraireFR: ôterFR: sortirFR: tirerUitdrukkingen en gezegdes
FR: arracher la vie
NL: het leven benemenFR: je ne peux lui
arracher une parole
NL: ik kan geen woord uit hem krijgenFR: arracher un aveu
NL: een bekentenis afdwingen