[gaɲe]

1 obtenir ··· par son travail - verdienen

  'gagner beaucoup d'argent'
  veel geld verdienen

  gagner sa vie
   (= travailler pour avoir de l'argent) - zijn brood verdienen

2 obtenir ··· en jouant - winnen

  'gagner un lot'
  een prijs winnen

3 être le vainqueur - winnen

  'gagner une course'
  een wedstrijd winnen

  'Ils ont gagné la guerre.'
  Ze hebben de oorlog gewonnen.

4 atteindre - bereiken

  'Ils ont gagné la frontière.'
  Ze hebben de grens bereikt.

  'Le feu a gagné le toit.'
  De brand heeft het dak bereikt.

  'L'agitation gagne tout le pays.'
  De onrust heeft het hele land bereikt.

5   gagner du terrain
avancer, progresser - terrein winnen

  'L'épidémie gagne du terrain.'
  De epidemie wint terrein.

6 utiliser moins de - uitsparen - winnen

  'On gagnera du temps en passant par là.'
  Als we daarlangs gaan, winnen we tijd.

  'Enlève ce sac, tu gagneras de la place.'
  Haal die tas eruit, dan zal je plaats winnen/uitsparen.[gaɲe]


1 être vainqueur - winnen

  'J'ai gagné !'
  Ik heb gewonnen!
© K Dictionaries Ltd.

gagner (ww.)

matigen (ww.) ; zich meester maken van (ww.) ; zegevieren (ww.) ; winnen (ww.) ; verwerven (ww.) ; verslaan (ww.) ; verkrijgen (ww.) ; verdienen (ww.) ; te pakken krijgen (ww.) ; te boven komen (ww.) ; pakken (ww.) ; overwinnen (ww.) ; overweldigen (ww.) ; overmeesteren (ww.) ; overmannen (ww.) ; minder gebruiken (ww.) ; kopen (ww.) ; iets bemachtigen (ww.) ; het gevoel krijgen (ww.) ; halen (ww.) ; gewinnen (ww.) ; geld besparen (ww.) ; eigen maken (ww.) ; de overwinning behalen (ww.) ; binnenhalen (ww.) ; binnenbrengen (ww.) ; besparen (ww.) ; bekruipen (ww.) ; behalen (ww.)

gagner

erven ; zich tot de winnaars mogen rekenen

Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek




FR: abattre
FR: aborder
FR: acquérir
FR: anéantir
FR: arriver
FR: atteindre
FR: capter
FR: conquérir
FR: défaire
FR: devancer

FR: gagner le ciel NL: vroom leven
FR: gagner gros NL: veel verdienen
FR: gagner sa vie NL: de kost verdienen
FR: gagner du terrain NL: veld winnen
FR: gagner les champs NL: het hazepad kiezen
FR: gagner le large NL: zee kiezen
FR: gagner au vent NL: oploeven