Vertaal
Naar andere talen: • RESIDER > DERESIDER > ENRESIDER > ES
Vertalingen RESIDER FR>NL
[ʀezide]

1 habiter, vivre - verblijf houden

  'Il a résidé aux États-Unis.'
  Hij heeft in de Verenigde Staten verbleven.


2 se trouver dans - bestaan (in)

  'Le problème réside dans l'absence de volonté.'
  Het probleem ligt in het gebrek aan wilskracht.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
résider (ww.) bewonen (ww.) ; logeren (ww.) ; resideren (ww.) ; rondhangen (ww.) ; verblijfplaats hebben (ww.) ; verblijven (ww.) ; wonen (ww.)
RESIDER (Afkorting) RESIDER (Afkorting)
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `RESIDER`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: demeurer
FR: être
FR: habiter
FR: loger

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: voilà  où réside la difficulté NL: dáár ligt de moeilijkheid