Vertaal
Naar andere talen: • RESIDER > DERESIDER > ENRESIDER > NL
Vertalingen RESIDER FR>ES
résider (ww.) alojar (ww.) ; estar domiciliado (ww.) ; habitar (ww.) ; morar (ww.) ; ocupar (ww.) ; residir (ww.) ; vivir (ww.) ; vivir en (ww.)
RESIDER (Afkorting) RESIDER (Afkorting)
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `RESIDER`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: demeurer
FR: être
FR: habiter
FR: loger