Vertaal
Naar andere talen: • planter > DEplanter > ENplanter > ES
Vertalingen planter FR>NL
[plɑ̃te]

1 mettre dans la terre pour faire pousser - planten

  'planter des choux'
  kolen planten


2 enfoncer ··· - inslaan

  'planter un clou'
  een spijker inslaan

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
planter (ww.) beplanten (ww.) ; deponeren (ww.) ; in de grond zetten (ww.) ; leggen (ww.) ; neerleggen (ww.) ; neerzetten (ww.) ; plaatsen (ww.) ; planten (ww.) ; poten (ww.) ; stationeren (ww.) ; zetten (ww.)
planter aanplanten ; beplanten ; vastlopen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek


Voorbeeldzinnen met `planter`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: abandonner
FR: boiser
FR: camper
FR: cultiver
FR: dresser
FR: élever
FR: enfoncer
FR: ensemencer
FR: introduire
FR: lâcher

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: planter là  quelqu'un. NL: iemand in de steek laten
FR: planter un clou NL: een spijker inslaan
FR: être planté NL: gefixeerd zijn op