Vertaal
Naar andere talen: • lâcher > DElâcher > ENlâcher > ES
Vertalingen lâcher FR>NL
[laʃe]

1 ne plus tenir ··· , ··· - loslaten - laten schieten

  'Lâche-moi !'
  Laat me los!

  'lâcher une corde'
  een touw loslaten / laten schieten


2 abandonner, quitter ··· - laten schieten - in de steek laten

  'Il a lâché sa copine.'
  Hij heeft zijn vriendin de bons gegeven.


3 exprimer ce qu'on a retenu - loslaten - niet binnenhouden

  'lâcher un mot'
  een woord niet binnen kunnen houden / uitspreken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
lâcher (ww.) een (ww.) ; eraf gaan (ww.) ; laten (ww.) ; laten gaan (ww.) ; laten slippen (ww.) ; niet vasthouden (ww.) ; scheet (ww.) ; uitflappen (ww.) ; verklappen (ww.) ; verlossen (ww.) ; verraden (ww.) ; vrijlaten (ww.) ; wind (ww.)
lâcher loslaten ; uitzetten
Bronnen: Wikipedia; interglot; Diving dictionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `lâcher`
Voorbeeldzinnen laden....


Uitdrukkingen en gezegdes
FR: lâcher la bride NL: de teugels vieren
FR: lâcher une écluse NL: een sluis openzetten
FR: lâcher pied NL: vluchten, wijken
FR: lâcher des pigeons NL: duiven oplaten
FR: lâcher prise NL: loslaten
FR: lâcher un vent, lâcher un pet NL: een wind laten