Vertalingen introduire FR>NL
[ɛ̃tʀɔdɥiʀ]1 faire entrer ··· ou ···
···
binnenleiden
···
steken (in)
'introduire ··· dans un lieu'
iemand ergens binnenleiden
'introduire la clé dans la serrure'
de sleutel in het slot steken[ɛ̃tʀɔdɥiʀ]1 faire entrer ··· ou ···
···
binnenleiden
···
steken (in)
'introduire ··· dans un lieu'
iemand ergens binnenleiden
'introduire la clé dans la serrure'
de sleutel in het slot steken© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
introduire (ww.) | binnenleiden (ww.) ; voorstellen (ww.) ; openen (ww.) ; naarbinnen laten (ww.) ; kennis laten maken (ww.) ; invoegen (ww.) ; intypen (ww.) ; introduceren (ww.) ; intoetsen (ww.) ; intikken (ww.) ; inleiden (ww.) ; inbrengen (ww.) ; geld opleveren (ww.) ; binnenroepen (ww.) ; binnenloodsen (ww.) ; binnenlaten (ww.) ; binnen halen (ww.) ; binnen brengen (ww.) |
introduire | bekend maken ; steken ; opgeven ; lanceren ; inzenden ; invullen ; invoeren ; ingeven ; indienen ; brengen ; binnengaan |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `introduire`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: acclimaterFR: conduireFR: enfoncerFR: enfournerFR: engagerFR: faire admettreFR: fourrerFR: glisserFR: implanterFR: importer