Vertalingen zarpar ES>NL
zarpar
werkw.
partir una embarcación del lugar donde se encontraba anclada scheepvaart -
het anker lichten , uitvaren El buque zarpó al amanecer. - Het schip lichtte zijn anker bij het krieken van de dag. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zarpar (ww.) | heengaan (ww.) ; wegtrekken (ww.) ; wegreizen (ww.) ; vloeken (ww.) ; verlaten (ww.) ; verdwijnen (ww.) ; van wal gaan (ww.) ; uitvaren tegen (ww.) ; uitvaren (ww.) ; schreeuwen (ww.) ; foeteren (ww.) ; daveren (ww.) ; bulderen (ww.) ; brullen (ww.) ; blaffen (ww.) ; afvaren (ww.) ; afreizen (ww.) |
zarpar | buitengaats brengen ; van wal steken ; naar zee brengen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `zarpar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abandonarES: adentrarse en el marES: agotarES: agredir de palabraES: ajearES: alejarseES: alejarse deES: ausentarseES: blasfemarES: bramar