Vertalingen ubicar ES>NL
I ubicar
werkw.
1) situar a una persona o cosa en un lugar determinado -
plaatsen Me ubicaron en el departamento contable de la empresa. - Ze hebben me op de boekhoudafdeling van het bedrijf geplaatst. |
2) encontrar algo que se busca -
vinden Me costó trabajo pero ubiqué en la ciudad la casa natal de mi madre. - Het heeft me veel werk gekost maar ik heb het geboortehuis van mijn moeder in de stad gevonden. |
3) reconocer a una persona -
plaatsen No ubico a la persona de la que me hablas. - Ik kan de persoon waarover je het hebt, niet plaatsen. |
II ubicarse
werkw.
estar situado en un determinado lugar -
zich bevinden La alcaldía se ubica frente a la plaza del pueblo. - Het gemeentehuis bevindt zich tegenover het dorpsplein. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ubicar (ww.) | neerleggen (ww.) ; onderuit halen (ww.) ; plaats toekennen (ww.) ; plaatsen (ww.) ; posten (ww.) ; posteren (ww.) ; stationeren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `ubicar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: aparcarES: colocarES: colocarseES: componerES: depositar sobreES: derribarES: destinarES: determinarES: encajarES: engarzar