Vertaal
Naar andere talen: • transferir > DEtransferir > ENtransferir > FR
Vertalingen transferir ES>NL

transferir

werkw.
Uitspraak:  [tɾansfeiɾ]

1) hacer que alguien pase de un lugar a otro - overplaatsen
Me transfirieron a otra sucursal del banco. - Ze hebben me naar een ander filiaal van de bank overgeplaatst.

2) pasar dinero de una cuenta bancaria a otra - overschrijven
Transfirió el dinero de la compra a la cuenta del vendedor. - Hij heeft het geld van de aankoop naar de rekening van de verkoper overgemaakt.

3) entregar a una persona un determinado derecho o poder - overdragen
transferir una propiedad - een eigendom overdragen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
transferir (ww.) overschrijven (ww.) ; verzetten (ww.) ; vervoeren (ww.) ; verschuiven (ww.) ; verschikken (ww.) ; verplaatsen (ww.) ; verleggen (ww.) ; transponeren (ww.) ; standplaats veranderen (ww.) ; roeren (ww.) ; per postgiro betalen (ww.) ; overzetten (ww.) ; overzenden (ww.) ; overtappen (ww.) ; overplaatsen (ww.) ; overhevelen (ww.) ; overdragen (ww.) ; overboeken (ww.) ; gireren (ww.) ; geld overmaken (ww.) ; disloqueren (ww.) ; delegeren (ww.) ; anders boeken (ww.)
transferir overbrengen ; zenden ; transfereren ; sturen ; overdragen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `transferir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acarrear
ES: apartar
ES: cambiar de lugar
ES: cambiar de sitio
ES: cambiar la fecha
ES: cargar
ES: ceder
ES: dejar
ES: delegar
ES: depositar