Vertaal
Naar andere talen: • tramar > DEtramar > ENtramar > FR
Vertalingen tramar ES>NL

I tramar

werkw.
Uitspraak:  [tɾa'maɾ]

formar una tela entrelazando hilos - inslaan
Tramaba los hilos en la urdimbre del telar. - Hij sloeg de draden in in de schering van het weefgetouw.


II tramar

werkw.

planear en secreto una acción contra una persona - beramen
tramar una venganza - zinnen op wraak

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
tramar (ww.) bebroeden (ww.) ; bedenken (ww.) ; beramen (ww.) ; broeden (ww.) ; plan beramen (ww.) ; uitbroeden (ww.) ; verzinnen (ww.) ; warmhouden (ww.) ; zinnen (ww.) ; zinnen op (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `tramar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: calcular
ES: concebir
ES: confabular
ES: conjurar
ES: conjurarse
ES: conspirar
ES: cultivar
ES: empollar
ES: engendrar
ES: enredar