I tender

werkw.

Uitspraak:

[ten'deɾ]

colgar ropa húmeda o mojada al sol para que se seque - ophangen

Tiende la ropa en el balcón. - Hij hangt de kleren uit op het balkon.

II tender

werkw.
1) extender una cosa de manera horizontal - uitstrekken

tender una tela sobre la mesa de costura - een stuk stof over de naaitafel uitstrekken

2) colocar a una persona o cosa de manera horizontal - neerleggen

Tendieron al paciente en una camilla. - Ze legden de patiënt op een brancard neer.

3) construir o suspender una cosa de un punto a otro en línea recta - ophangen

Tendieron la red de voley entre dos pilares y jugaron toda la tarde. - Ze hingen het volleybalnet op tussen twee zuilen en hebben de hele middag gespeeld.

4) aproximar y ofrecer algo a otra persona - aanreiken

Le tendió un pañuelo para que se secara las lágrimas. - Hij reikte hem een zakdoek aan om zijn tranen te drogen.

5) elaborar una persona un plan que perjudica a otra persona - zetten

tender una emboscada - een val zetten

III tender

werkw.
1) tener algo o alguien una característica próxima a otra persona o cosa - neigen

Su obra arquitectónica tiende al minimalismo. - Zijn architectonische werk neigt naar het minimalisme.

2) tener inclinación o tendencia hacia una cosa - de neiging hebben

Tiendes a exagerar los hechos. - Je hebt de neiging om de feiten aan te dikken.

3) aproximarse una función matemática a un valor determinado sin alcanzarlo ^wiskunde - ongeveer zijn

El margen de riesgo del negocio tiende a cero. - De risicomarge van de zaak is ongeveer nul.

IV tenderse

werkw.

Uitspraak:

[ten'deɾse]

ponerse una persona en posición horizontal, especialmente para descansar o dormir - zich uitstrekken

Se tendió a dormitar bajo una sombrilla en la playa. - Hij strekte zich uit om een dutje te doen onder een strandparasol.

© K Dictionaries Ltd.

tender (ww.)	naarbeneden hangen (ww.) ; neerleggen (ww.) ; neigen tot (ww.) ; onderuit halen (ww.) ; tenderen (ww.)
tender	door een spanraam voeren ; tender

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




ES: alargar
ES: colgar
ES: colocar
ES: colocarse
ES: componer
ES: depositar sobre
ES: derribar
ES: destinar
ES: encajar
ES: engarzar