Vertalingen duda ES>NL
la duda
zelfst.naamw.
1) falta de determinación ante varias posibilidades de elección -
onzekerheid | paralizarse ante una duda - verlamd worden bij een twijfel |
2) cosa o tema que genera falta de determinación -
twijfel | Tengo mis dudas sobre lo que dices que prometí. - Ik heb mijn twijfels over wat je zegt dat ik beloofd heb. |
 no caber duda
(=ser una cosa completamente segura para alguien o en general) - geen twijfel lijden
No cabe duda de que estamos perdidos. - Het lijdt geen twijfel dat we verdwaald zijn.
|
3) cuestión propuesta para su solución -
vraag | exponer las dudas a una profesor - de vragen aan een leraar stellen |
| poner en duda
(=vacilar sobre lo que se expresa) - in twijfel trekken
Puso en duda los argumentos usados por su contrincante. - Hij trok de argumenten in twijfel die door zijn tegenstander werden gebruikt.
|
| por las dudas
(=por si sucede algo inesperado) - voor de zekerheid
Llévate un abrigo por las dudas. - Neem voor de zekerheid een jas mee.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| la duda (v) | de onzekerheid (v) ; de twijfel (m) ; de twijfeling (v) |
| duda | ongerustheid ; opwinding |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `duda`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: cuestiónES: desconfianzaES: fluctuaciónES: incertidumbreES: indecisiónES: indeterminaciónES: inestabilidadES: inseguridadES: interrogaciónES: irresolución
