Vertalingen alarma ES>NL
la alarma
zelfst.naamw.
1) señal que advierte sobre un peligro inmediato -
waarschuwing | Los soldados se retiraron ante la señal de alarma. - De soldaten trokken zich terug bij het waarschuwingssignaal. |
2) mecanismo que cumple la función de avisar algo -
alarm | la alarma del reloj despertador - het alarm van de wekker |
3) falta de calma por un mal repentino -
schrik | El terremoto causó alarma en todo el país. - De aardbeving heeft in het hele land onrust gezaaid. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| el alarma (m) | het alarm ; het alarmkreet ; de alarmtoestand (m) ; het hulpgeroep ; de hulpkreet (m) ; de noodkreet (m) ; het noodsignaal |
| alarma | alarm ; alert ; brandalarm ; waarschuwingsalarm ; waarschuwingsapparaat ; zoemer |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.; training.bova
Voorbeeldzinnen met `alarma`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: alertaES: ansiedadES: clarinazoES: cuidadoES: desasosiegoES: estado de alertaES: grito de auxilioES: inquietudES: intranquilidadES: miedo
