Vertaal
Naar andere talen: • restablecer > DErestablecer > ENrestablecer > FR
Vertalingen restablecer ES>NL

I restablecer

werkw.
Uitspraak:  [restaβle'ɑueɾ]

volver a establecer una cosa o hacer que tenga el estado que antes tenía - herstellen
Esta casa es un descontrol, a ver si restablecemos los horarios de las comidas. - Dit huis is een wanorde, eens zien of we de etenstijden kunnen herstellen.


II restablecerse

werkw.
Uitspraak:  [restaβle'ɑueɾse]

recuperarse una persona de una enfermedad, daño o contratiempo - zich herstellen
Ya se ha restablecido de la gripe. - Hij heeft zich al hersteld van de griep.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
restablecer (ww.) heroveren (ww.) ; herstellen (ww.) ; hervinden (ww.) ; rechtzetten (ww.) ; rectificeren (ww.) ; repareren (ww.) ; restaureren (ww.) ; terugbezorgen (ww.) ; terugvinden (ww.) ; vernieuwen (ww.)
restablecer opnieuw instellen ; terugstellen ; weer invoeren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `restablecer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: actualizar
ES: adecentar
ES: ajustar
ES: aliviar
ES: alzar
ES: arreglar
ES: cambiar
ES: comenzar de nuevo
ES: continuar
ES: convalecer