Vertalingen recortar ES>NL
I recortar
werkw.
1) cortar de algo lo que está demás -
wegknippen Recortó el tejido sobrante de la costura. - Hij knipte het teveel aan stof van het naaiwerk weg. |
2) cortar de un papel u otro material una figura determinada -
uitknippen Tienes que recortar el molde por la línea puntuada. - Je moet de mal over de stippellijn uitknippen. |
3) disminuir algo -
beperken recortar el presupuesto - de begroting beperken |
4) marcar el perfil de una figura -
laten uitkomen Me gusta el cuadro, recorta muy bien las siluetas. - Ik vind het schilderij mooi, het laat de silhouetten goed uitkomen. |
II recortarse
werkw.
delinearse el perfil de una cosa sobre otra -
zich aftekenen En el horizonte se recortaba la figura de un viejo molino. - Aan de horizon tekende zich de afbeelding van een oude molen af. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
recortar (ww.) | hakken (ww.) ; wegsnijden (ww.) ; verkleinen (ww.) ; vellen (ww.) ; uitknippen (ww.) ; omhakken (ww.) ; minimaliseren (ww.) ; minder worden (ww.) ; knippen (ww.) ; kleiner maken (ww.) ; kappen (ww.) ; inperken (ww.) ; houwen (ww.) ; een beetje knippen (ww.) ; declineren (ww.) ; coifferen (ww.) ; bomen kappen (ww.) ; bijknippen (ww.) ; beperken (ww.) ; beknotten (ww.) ; afnemen (ww.) ; achteruitgaan (ww.) |
recortar | snoeien ; uitknippen ; terugsnoeien |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `recortar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abreviarES: achicarES: acotarES: ahorrarES: aminorarES: apearES: bajarES: cercarES: cercenarES: cerrar