Vertaal
Naar andere talen: • reanimar > DEreanimar > ENreanimar > FR
Vertalingen reanimar ES>NL

I reanimar

werkw.
Uitspraak:  [reani'maɾ]

1) devolver las fuerzas y el vigor a algo o alguien - opfrissen
El baño reanima el cuerpo. - Het bad frist het lijf op.

2) hacer que alguien recupere el conocimiento medisch - reanimeren
reanimar a un accidentado - een slachtoffer reanimeren

3) infundir ánimo a quien está triste o depresivo - opwekken
reanimar a un amigo - een vriend opwekken


II reanimarse

werkw.
Uitspraak:  [reani'maɾse]

1) volver a sentir fuerza o vigor una persona - opleven
Me he reanimado con una siesta. - Ik ben met een middagdutje opgeleefd.

2) recobrar el conocimiento - bijkomen
Se reanimó de la asfixia con lentitud. - Hij is langzaam bijgekomen van de verstikking.

3) infundirse ánimos quien está triste o depresivo - zich opwekken
Hago compras para reanimarme. - Ik ga winkelen om mezelf op te wekken.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
reanimar (ww.) bijbrengen (ww.) ; leren (ww.) ; onderwijzen (ww.) ; tot bewustzijn brengen (ww.)
reanimar reanimeren
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `reanimar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: alentar
ES: animar
ES: dar vida a
ES: educar
ES: formar
ES: inspirar
ES: reconfortar
ES: refrescar
ES: vigorizar
ES: vivificar