Vertaal
Naar andere talen: • proporcionar > DEproporcionar > ENproporcionar > FR
Vertalingen proporcionar ES>NL

proporcionar

werkw.
Uitspraak:  [pɾopoɾɑujo'naɾ]

1) poner en disposición de alguien lo que necesita para un fin determinado - verschaffen
proporcionar seguridad - veiligheid verschaffen

2) producir una cosa otra que se expresa - teweegbrengen
La vida sólo proporciona pesares. - Het leven brengt alleen verdriet teweeg.

3) ordenar una cosa para que se correspondan sus partes - in verhouding brengen
No proporcionaste bien tu plano. - Je hebt je kaart niet goed in verhouding gebracht.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
proporcionar (ww.) aangeven (ww.) ; aanreiken (ww.) ; afgeven (ww.) ; doneren (ww.) ; geven (ww.) ; gunnen (ww.) ; gunst verlenen (ww.) ; overgeven (ww.) ; overhandigen (ww.) ; schenken (ww.) ; ter beschikking stellen (ww.) ; toesteken (ww.) ; uitkeren (ww.) ; verschaffen (ww.) ; verstrekken (ww.)
proporcionar aanwezig zijn
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `proporcionar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acceder a
ES: accedido
ES: adjudicar
ES: admitir
ES: ahorrar
ES: aportar
ES: asentir a
ES: complacer
ES: conceder
ES: conferir