Vertalingen proporcionar ES>NL
proporcionar
werkw.
1) poner en disposición de alguien lo que necesita para un fin determinado -
verschaffen proporcionar seguridad - veiligheid verschaffen |
2) producir una cosa otra que se expresa -
teweegbrengen La vida sólo proporciona pesares. - Het leven brengt alleen verdriet teweeg. |
3) ordenar una cosa para que se correspondan sus partes -
in verhouding brengen No proporcionaste bien tu plano. - Je hebt je kaart niet goed in verhouding gebracht. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
proporcionar (ww.) | aangeven (ww.) ; aanreiken (ww.) ; afgeven (ww.) ; doneren (ww.) ; geven (ww.) ; gunnen (ww.) ; gunst verlenen (ww.) ; overgeven (ww.) ; overhandigen (ww.) ; schenken (ww.) ; ter beschikking stellen (ww.) ; toesteken (ww.) ; uitkeren (ww.) ; verschaffen (ww.) ; verstrekken (ww.) |
proporcionar | aanwezig zijn |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `proporcionar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acceder aES: accedidoES: adjudicarES: admitirES: ahorrarES: aportarES: asentir aES: complacerES: concederES: conferir