1. MWB
  2. Vertalen
  3. astucia (ES>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • astucia > DE • astucia > EN • astucia > FR
Vertalingen astucia ES>NL

la astucia

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [asˈtuɑuja]

1) habilidad e ingenio para conseguir cosas con engaños - geslepenheid
la astucia del estafador - de geslepenheid van de oplichter

2) acción hábil para engañar o conseguir algo - list
Odiseo inventaba astucias para volver a su hogar. - Odysseus verzon listen om naar zijn huis terug te keren.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
la astucia (v) slinksheid ; de pienterheid (v) ; puntig zijn (znw.) ; de puntigheid (v) ; het raffinement ; de scherpheid (v) ; de scherpte (v) ; de schranderheid (v) ; de slimheid (v) ; de slimmigheid (v) ; de listigheid (v) ; sluwe streek (znw.) ; de sluwheid (v) ; de snedigheid (v) ; de snoodheid (v) ; de spitsheid (v) ; de spitsvondigheid (v) ; uitgeslapenheid (znw.) ; de valsheid (v) ; de geslepenheid (v) ; adremheid (znw.) ; de arglist ; arglistigheid (znw.) ; bedrog ; bij de pinken zijn (znw.) ; bijdehandheid (znw.) ; de doortraptheid (v) ; geraffineerdheid (znw.) ; de gevatheid (v) ; de gewiekstheid (v) ; de gladheid (v) ; goochemheid (znw.) ; de intelligentie (v) ; de leepheid (v) ; linkheid (znw.) ; de list
astucia ondeugendheid
Bronnen: Wikipedia; interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `astucia`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acritud
ES: agudez
ES: agudeza
ES: ardid
ES: artería
ES: aspereza
ES: cautela
ES: circunspección
ES: decencia
ES: destreza