Vertaal
Naar andere talen: • pelear > DEpelear > ENpelear > FR
Vertalingen pelear ES>NL

I pelear

werkw.
Uitspraak:  [pe'leaɾ]

1) luchar contra alguien o algo, para vencerlo y alcanzar un objetivo - vechten
Los niños peleaban por un juguete. - De kinderen vochten om een speeltje.

2) reñir dos o más personas usando palabras ofensivas - ruzie maken
pelear con un vecino - ruzie maken met een buurman

3) esforzarse para conseguir un fin - strijden
pelear por el premio - strijden voor de prijs


II pelearse

werkw.
Uitspraak:  [pe'leaɾse]

1) luchar dos o más personas para vencer y alcanzar un objetivo - vechten
Se pelearon por una chica. - Ze hebben om een meisje gevochten.

2) reñir dos o más personas usando palabras ofensivas - ruzie krijgen
pelearse con un compañero de trabajo - ruzie krijgen met een collega van het werk

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
pelear (ww.) bekampen (ww.) ; bestrijden (ww.) ; bevechten (ww.) ; kampen (ww.) ; kiften (ww.) ; kijven (ww.) ; krakelen (ww.) ; ruzie maken (ww.) ; strijd voeren (ww.) ; strijden (ww.) ; vechten (ww.) ; worstelen (ww.)
Bronnen: interglot; Engoi Woordenschatoefeningen


Voorbeeldzinnen met `pelear`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: altercar
ES: armar camorra
ES: batallar
ES: batirse
ES: batirse en duelo
ES: boxear
ES: combatir
ES: competir
ES: contender
ES: discutir