Vertalingen ingreso ES>NL
I el ingreso
zelfst.naamw.
1) entrada de una persona a una institución o grupo -
intrede Retrasó su ingreso en la institución. - Hij heeft zijn intrede tot het instituut uitgesteld. |
2) entrada por la que se accede al interior de un lugar cerrado -
toegang El ingreso lateral está cerrado. - De zij-ingang is gesloten. |
3) depósito realizado en una entidad bancaria -
storting hacer un ingreso en el banco - een storting op de bank doen |
II el ingresos
zelfst.naamw.
ganancias recibidas regularmente -
inkomsten contar con pocos ingresos - weinig inkomsten hebben |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
el ingreso (m) | het inkomen ; de inkomst (v) ; het ontvangstbewijs ; de opname ; de opvang (m) ; plaatsing van artikel (znw.) ; het reçu ; de toelating (v) ; de toetreding (v) |
ingreso | inkomen ; inkomsten uit vergoedingen ; loon ; ontvangst |
Bronnen: Omegawiki.org; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ingreso`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: accesoES: acogidaES: boletoES: bonoES: carta de pagoES: comprobanteES: entradaES: entradasES: grabacionesES: llegada