Vertaal
Naar andere talen: • ingreso > DEingreso > ENingreso > FR
Vertalingen ingreso ES>NL

I el ingreso

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [in'gɾeso]

1) entrada de una persona a una institución o grupo - intrede
Retrasó su ingreso en la institución. - Hij heeft zijn intrede tot het instituut uitgesteld.

2) entrada por la que se accede al interior de un lugar cerrado - toegang
El ingreso lateral está cerrado. - De zij-ingang is gesloten.

3) depósito realizado en una entidad bancaria - storting
hacer un ingreso en el banco - een storting op de bank doen


II el ingresos

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [in'gɾesos]

ganancias recibidas regularmente - inkomsten
contar con pocos ingresos - weinig inkomsten hebben

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
el ingreso (m) het inkomen ; de inkomst (v) ; het ontvangstbewijs ; de opname ; de opvang (m) ; plaatsing van artikel (znw.) ; het reçu ; de toelating (v) ; de toetreding (v)
ingreso inkomen ; inkomsten uit vergoedingen ; loon ; ontvangst
Bronnen: Omegawiki.org; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `ingreso`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acceso
ES: acogida
ES: boleto
ES: bono
ES: carta de pago
ES: comprobante
ES: entrada
ES: entradas
ES: grabaciones
ES: llegada